A.F.A.M. Wetzer, 27 juli 2007
In het begin van de 16de eeuw wordt de bakker Klaas Melis aangeslagen voor de zettingen. In het cijnsboek van 1520 betaalt hij voor 17½ voet (= 5,03 m, gelijk aan de huidige breedte), een stal en een 'putsteyger'. Dit steiger zal boven de Binnendieze zijn uitgebouwd. Voor een hof achter het huis wordt door de weduwe van Leon van Camp afzonderlijk betaald. In 1573 heeft de kramer Herman de Leeuw de betalingen overgenomen. Is hij familie van de ingebieder op de Gevangenpoort? In 1553 vermeldt het haardenregister Bart Wickevoirt als bezitter. Vermoedelijk is hij slechts bezitter van een deel van het goed. Hij moet voor één schouw betalen, evenals de kramer Rut die huurder is van het gedeelte van Herman de Leeuw. In het pand op het achtererf, bevindt zich één schouw. Er is in de registers geen sprake van een schouw in de kelder. Uit het bouwhistorisch onderzoek is gebleken dat er zich in het achterste keldergedeelte wel een originele schouw bevond. Zou men deze bij de haardentelling over het hoofd hebben gezien? In 1569 blijkt de kelder afzonderlijk verhuurd te zijn. De kelder is nog in zijn volle glorie aanwezig. Hij heeft een tongewelf met insteekgewelven, die aan de rechter zijde op rondbogen steunen. Deze bogen staan in het voorste gedeelte koud tegen de funderingsmuur van het rechter buurpand. Dit betekent dat de kelder jonger is dan het buurpand. Gezien de baksteenconstructie dateert de kelder nog uit de 14de eeuw. Ook de smallere achterkelder staat tegen de zelfde 13de-eeuwse funderingsmuur van het rechter buurpand. Ook aan de linkerzijde is de kelder later tegen het buurpand aangebouwd. Het opgaande werk is eveneens aan beide zijde tegen de buren aangebouwd. Dit zal gezien de dendro-dateringen kort na 1462 hebben plaatsgevonden. Het pand kreeg toen op de beide verdiepingen een houtskelet. Mogelijk was er oorspronkelijk een dwarsmuur op de scheiding tussen het voor- en achterhuis. De balklagen van het achterhuis zijn zwaarder uitgevoerd dan in het voorhuis. Heeft dit met een opslagfunctie in het achterhuis te maken? In het voorhuis was de zoldering van de begane grond beschilderd met sterren, wat op een representatieve functie duidt. Op het schilderij van het Schermersoproer lijkt het pand, gezien de bruine kleur, met een houten gevel te zijn afgebeeld. | 200 |
BeoordelingMiddeleeuwse structuur in hoodlijnen bewaard.Fraaie glas-in-lood panelen in bovenlichten van ramen op 1e en 2e verdieping. Waardevol schoonmetselwerk voorgevel. Onderpui recent (zonder waarde). | 1 |
Kelder eind 16e eeuw zeker aanwezig. |
Corona215. "De drije Cammen", later "De witte Engelsche Roos". In 1603 bewoond door een tinnencan-gieter. | 30 |
1865 | wed. F. Dupont (winkelierster in manuf.) - W. Pieters (huisvrouw van M. Ruiters) koopvrouw in aardappelen |
1875 | wed. F. Dupont (winkelierst. in manufacturen) |
1881 | wed. F. Dupont (winkelierst. in manufact.) |
1908 | wed. W. Leenaerts-Tabbers (sigaren- en sigarettenmagazijn 'Corona') |
1910 | wed. W. Leenaerts-Tabbers (sigaren- en sigarettenmagazijn 'Corona') - L. I. de Winter (koopman in manufacturen) |
1923 | Abraham Fieijra (kantoorbediende) |
1928 | Sigarenmag. Virubus Audax - wed. J.M.C.A. Drossaarts - H. van der Mee |
1943 | G.A.W.M. de Rooij (ambt. godshuizen) - H.P.L.L. de Rooij (winkelier in touwwerk) - H. de Rooy en Zn. (borstelfabriek en borstelhandel, touwhandel, visscherijartikelen) |